Over ons

brlmanager
Wat we doen
Over ons

Milieuwetenschappen, voorheen ook wel milieukunde of milieustudie genoemd, bestuderen de aard, de omvang en de oorzaken van milieuproblemen en ontwikkelen concepten, theorieën en methodieken om milieuproblemen te analyseren, te verklaren en op te lossen. Milieuproblemen zijn door de mens veroorzaakte, maar onbedoelde verstoringen tussen het milieu en de samenleving, mits die als zodanig worden waargenomen door bepaalde maatschappelijke groeperingen. Milieuproblemen zijn dus maatschappelijke problemen. Ook zijn hier regelmatig vacatures milieu te vinden.

Ecologie (ook wel met de spelling: oecologie) als wetenschap is een onderdeel van biologie. De ecologie bestudeert de dynamiek van de wisselwerking tussen organismen, populaties of levensgemeenschappen (de biotische milieufactoren) en de relaties tussen organismen, populaties, levensgemeenschappen of landschappen en het niet-biologische milieu (de abiotische milieufactoren). De studie op het niveau van de soort heet ook wel autoecologie en op het niveau van de levensgemeenschap en ecosysteem heet gemeenschapsecologie of synecologie.

Het woord ecologie (oorspronkelijk Duits: Ökologie) werd geïntroduceerd door de Duitse bioloog Ernst Haeckel in 1866, als samentrekking van de Griekse woorden oikos (huishouding) en logos (studie, wetenschap).

In de Angelsaksische wereld werd dit ecology, dat daar een iets andere, meer milieukundige en mens-gerichte, betekenis kreeg. In Nederland bestaan het meer biologische oecologie en meer milieukundige ecologie naast elkaar, maar het verschil vervaagt.

Het woord ecologie wordt ook gebruikt in andere betekenissen:
gerelateerd aan een beter milieu, in het bijzonder dat van de mens,
meer praktisch, betreffende gedrag dat goed is voor de mens en zijn milieu en voor de natuur (zie ecologische landbouw en EKO-keurmerk),
gericht op een bepaalde levensbeschouwing (zie ecologisme).
betreffende omgeving of netwerk van bijvoorbeeld een bedrijf.

In de jaren negentig blijken milieuproblemen dusdanig complex dat ze niet binnen één vakgebied behandeld kunnen worden. De onderzoeksinstituten wilden ook beter presteren in de wetenschap, die vooral thematisch en disciplinair is georganiseerd. De naam milieukunde wordt minder gehanteerd en maakt veelal plaats voor die van milieuwetenschappen en het streven naar interdisciplinariteit raakt op de achtergrond. Er ontstaat een scheiding tussen milieunatuurwetenschappen (Environmental Sciences) en milieumaatschappijwetenschappen (Environmental Studies). Er ontstaat een zekere verdeling tussen de universiteiten, zoals een primaire focus op milieu en energie, natuur en landschap, milieuverontreiniging en effecten, milieu en ontwikkeling, en milieubeleid en sturing. Onderwijs en onderzoek raken beter geïntegreerd.
Werken is het aanbrengen van wenselijk geachte veranderingen in de omgeving door menselijke activiteit. Werk kan zowel lichamelijk als geestelijk zijn.

In economisch verband spreekt men van arbeid. Er wordt onderscheid gemaakt tussen betaald en onbetaald werk. Onbetaald werk voor derden waarbij geen sprake is van dwang wordt vrijwilligerswerk genoemd. Onbetaald werk voor derden waarbij wel sprake is van dwang wordt slavernij genoemd. Arbeid bij mensen jonger dan 12 jaar wordt kinderarbeid genoemd.

Er wordt ook onderscheid gemaakt tussen werkgevers en werknemers. Een werknemer is iemand die betaald werk verricht. Een werkgever is een natuurlijke persoon door wiens werk betaald werk voor anderen ontstaat, of een rechtspersoon waarbij werknemers in dienst zijn.

In Nederland wordt een werknemer ook wel arbeider genoemd. De term "arbeider" is echter veelal verouderd. Het meest wordt de term "arbeider" nog gebruikt om iemand aan te duiden die in loondienst lichamelijk werk verricht, bijvoorbeeld de havenarbeider.

De Belgische arbeidswetgeving maakt nog een duidelijk onderscheid tussen arbeiders (traditioneel handarbeiders) en bedienden (traditioneel hoofdarbeiders). Dit onderscheid heeft met name betrekking op sociale wetten, opzegtermijnen en dergelijke.

In vrijwel de gehele Westerse wereld zijn de arbeidsverhoudingen wettelijk geregeld. Arbeiders hebben het recht zich te verenigen in vakbonden.

In twee derde van de Nederlandse huishoudens werken beide partners. In een derde werkt slechts een van beide. Meestal is dat de man, maar in een kwart van de gevallen de vrouw.